Ga naar hoofdinhoud

Hoe het vuur mij riep deze zomer…

Healingfestival, 20 augustus 2016. Sinds ik weet dat er een mogelijkheid is om een vuurloop te doen, dit festival trekt het aan me. Alleen heeft Liza zich net ingeschreven voor een sessie Systemisch Zielswerk in het Lichaam op die tijd en kan ik de roep van het vuur niet volgen. Ik heb er vrede mee, al voelt het wel als gemiste kans. Vooral omdat ik weet dat als ik voel dat ik geroepen word, dit meestal wel klopt en goed is om te volgen. Een kwartier voor de sessie komt Liza met haar man en mijn tentgenoot naar me toe: “wat als we nou eens met zijn vieren naar de vuurloop gaan vanavond en dan kom ik morgenochtend voor de sessie.” Even sputter ik wat, hier had ik niet op gerekend en direct komt de vraag ‘wil ik dit wel echt?’ Dan laat ik het los en laat ik het over mee heen komen… Open en zonder verwachting.

“Hoeveel vuur kun jij eigenlijk aan?” vraagt Steph, één van de begeleiders van de vuurloop. Het is een vraag die me raakt en bij me blijft, ‘hoeveel vuur kan ik eigenlijk aan?’ Heel praktisch, hoeveel vuur kunnen mijn voeten aan, maar ook en vooral: hoeveel van mijn eigen innerlijk vuur kan ik eigenlijk aan, durf ik aan, voordat ik bang ben te verbranden?’ Ik herken in deze vraag wel dat ik snel bang ben dat het teveel, te groot, te intens is en dat ik vanuit die angst uit verbinding ga (met mezelf en de omgeving).

En die angst ligt nu straks letterlijk voor me als een ‘rode loper’ van brandende kooltjes.

Er is een stem in mij die er vast van overtuigd is dat ik hier wel ben, maar dat ik dit natuurlijk niet ga doen. Ik lijk wel gek. De volgende dag moet ik nog sessies geven en dat kan natuurlijk niet als de blaren op mijn voeten staan…

Maar als ik hieronder voel, neem ik iets anders waar, daar ligt een gevoel van rust, aanvaarding. Om eerlijk te zijn voel of denk ik op die plek niet zoveel spectaculairs op dat moment. Het is alsof ik mezelf met enige verbazing waarneem. Ik, die altijd enorme weerstand  en oordelen had over vuurlopen en de mensen die dat deden (macho’s), zit hier nu bij een vuurloop. Waarom? Met welke intentie? Geen idee. Ik kom niet verder dan ‘ik werd geroepen. Op een of andere manier, ik weet ook niet waarom, moet ik hier zijn en ik ga gaandeweg wel ontdekken waarom, wat die roep is.’

Wanneer we de vuurstapel aansteken zie ik hoe de vlammen zich in rap tempo voeden aan het hout en zo aan kracht winnen. het vuur wordt groter en groter, krachtiger, warmer, maar ook nietsontziend en allesverslindend met een enorme focus. We staan er in een cirkel omheen. Het is doodstil, het enige wat te horen is het vuur. Terwijl ik daar sta voel ik hoe het vuur mijn respect afdwingt, maar ook hoe ik er bijna mee versmelt, in opga en hoe dat me tegelijkertijd angst inboezemt.

Dan komen de eerste druppels, het begint te regenen, eerst zachtjes, maar al snel harder en harder, totdat we moeten schuilen voor de regen in de keukentent. Het vuur hindert het niet, dat brandt onverstoorbaar verder. Met dat we ons verplaatsen, is de magie van de stilte verbroken en kan ik voelen hoe de aandacht versnippert, we minder aanwezig zijn. Er verschijnt een regenboog en iemand zegt: “dit is een teken”, waarop Henk (die ons begeleidt in dit avontuur) even onverstoorbaar als het vuur vraagt: “En als je nu straks voor die rode loper staat en je ziet een regenboog, waar ben je dan met je aandacht? Ben je dan aanwezig?”

Henk vertelt ons over de kracht van aanwezig zijn, en hoe dat een voorwaarde is om zonder blaren over het vuur heen te gaan. Want, wanneer je volledig aanwezig bent is je energie (je innerlijk vuur) net zo krachtig als dat van de vuurkolen onder je voeten. Maar gat je aandacht naar iets anders, een regenboog, een gedachte, een angst, dan verslapt je aanwezigheid, je focus en brandt het vuur aan je voeten.
En zo spiegelt Henk ons keer op keer in deze voorbereiding op de vuurloop in onze aanwezigheid. “Het is droog” zegt iemand en Henk antwoordt “hoe is het met jouw aanwezigheid nu?”

Al die tijd zit ik daar stil me af te vragen; ben ik aanwezig? Ik weet het antwoord niet, ik voel geen angst, heb geen verhalen in mijn hoofd en ergens is dat vreemd, ik denk of voel altijd wel iets. Ik besluit het idee dat er iets moet zijn of moet gebeuren, los te laten en er maar bij te blijven, bij het niet weten en bij dat wat er is. Het is grappig te zien dat er iets in mij is dat vindt dat ik toch wel zenuwachtig ‘hoor’ te zijn en dat ik geneigd ben om dat gevoel te gaan leven, ookal is het er niet…

We lopen terug naar het vuur, de stapel hout is inmiddels een bergje hete kolen geworden. Ze worden uitgeharkt tot een loper van rode kolen en daar komen dan toch de zenuwen verpakt in verhalen, uitvluchten, strategieën ‘als ik er nu zo overheen ga, daar zijn de kolen niet zo rood’ en ‘ik ga dit natuurlijk niet doen’.
In de onderstroom opnieuw een gevoel van stilte, geroepen worden, weten dat ik precies ben waar ik moet zijn. Vanuit de opstellingen weet ik maar al te goed dat je in de bovenstroom nog zoveel kabaal kan maken, maar dat uiteindelijk de onderstroom de richting bepaalt. Zo ook hier. Ik voel opnieuw de hypnotiserende kracht van het vuur. Ik trek me terug in mezelf en voel hoe mijn aandacht zich begint te focussen.

Henk gaat als eerste over het vuur heen, gevolgd door de volgende man. Ik aanschouw het en voel hoe het vertrouwen in mij groeit. Dan gaat er weer een man overheen, maar aan de andere kant van het vuur begint hij hard te huilen. Mijn vertrouwen is in 1 klap weer weg. Er vol van overtuigd dat hij huilt van de pijn en zijn voeten heeft verbrand (wat overigens niet zo was) ben ik me direct bewust van wat er gebeurt als ik er op wilskracht overheen ga. In gedachten zie ik me de volgende dag al met pijn in mijn voeten de sessies geven. Oftewel, in 1 klap was ik niet meer aanwezig, zat ik in allerlei verhalen en angst.

Terwijl dat allemaal zo in mij speelt gaan ondertussen de volgende mannen over het vuur heen, gevolgd door de eerste vrouwen. Mijn focus komt terug en ik merk hoe ik naar voren wordt getrokken, tot ik zelf op de deken voor het vuur sta. Ik voel weer dat ‘rare’ gevoel van aanwezig zijn zonder denken en zonder emotie. Ik speur mijn lichaam af en vraag me af, is dit echt een ‘ja’, of zweef ik er ergens boven?
In gedachte hoor ik Henk weer zeggen “als er angst is, sluit vriendschap met de angst en neem je angst mee over het vuur. Voel je ademhaling.” Omdat ik niet zeker weet of er een echt ‘ja’ is en ik echt volledig aanwezig ben in mijn lichaam, richt ik me bewust op mijn ademhaling. Ik voel hoe mijn aanwezigheid in mijn lichaam groeit en daarmee ook mijn ‘ja’. Bijna is het er, ik voel van langzaam de beweging komen om te gaan lopen en dan roept iemand “je kunt het”. Weg is mijn aanwezigheid, mijn focus ligt weer buiten mijn lichaam (zo snel gaat dat dus bij mij) en als 1e loop ik om het vuur heen naar de andere kant. Maar het is nog niet voorbij….
Opnieuw ga ik naar voren. Half aan de zijkant voel ik hoe de energie in mijn lichaam sterker wordt. ‘De oermoeder’, schiet er door me heen, maar ik kan me niet echt met haar verbinden. In een impuls vraag ik Patricia, de vuurvrouw, achter me te komen staan. De energie in mijn benen en voeten wordt krachtiger totdat van binnenuit die beweging volgt en ik erover heen loop. Bij de laatste stap schiet de gedachte door me heen “het is helemaal niet heet, het stelt niet veel voor”, op datzelfde moment laat het vuur zijn hitte aan me voelen en ik voel het mijn linkervoetzool inschieten.

Die plek op mijn linkervoet zal ik de hele nacht blijven voelen, als een brandende plek, zonder dat er een blaar of iets zichtbaar is. Als ik op internet kijk, zie ik dat de plek op mijn voet overeenkomt met de schildklier. Tijdens een vuurloop schiet het vuur soms op die plekken de voet in waarin het lichaam een energie (vuur) tekort is, zo vertelde Henk aan het einde van de avond. Dit worden ‘kisses of fire’ genoemd. Hij eindigt met: “het lichaam en het vuur liegen nooit.” Dat wist ik natuurlijk al, maar ook in mijn geval kan ik het direct plaatsen. Mijn schildklier werkt al 5,5 jaar (sinds de geboorte van mijn zoon) niet meer goed, te langzaam en kan dus wel een energyboost gebruiken. Het is als een cadeau van het vuur.

Maar het vuur gaf me die avond nog een cadeau. Nadat ik er de eerste keer overheen was gelopen, zei mijn ego “dit was zo makkelijk, dat je het nu nogmaals moet doen, maar dan alleen, zonder hulp.”
“Wie wil kan er nu in stilte overheen lopen” zegt Henk. Ok, denk ik, dat is wat ik te doen heb, er alleen overheen lopen in stilte, zonder drum en zonder hulp van anderen. Terwijl ik het nu schrijf, voel ik hoe ik mezelf op dat moment een norm, een eis oplegde. Ik was niet meer open aanwezig en aan het onderzoeken, nee ik zat inmiddels in mijn welbekende competitieve en prestatiegerichte ikje, die iets moet bewijzen.

En dus sta ik weer op die deken, met de hete rode kolen voor me. Dit keer geen aftastende stilte, maar een luid bonzend hart dat uit mijn borstkas lijkt te knallen. Ik probeer mijn hart rustiger te krijgen door te ademen, zonder succes natuurlijk. Mijn hart wil gehoord worden… Dit is het moment om vrienden te worden met mijn angstig bonzende hart, het bij de hand te nemen en samen over het vuur te gaan… of niet. Je hebt altijd een keuze. Mijn keuze was om mijn ‘nee’ te volgen, om trouw te zijn aan mijn hart en naar de zijkant te gaan. Eenmaal daar werd ik overspoeld door een diepe dankbaarheid, kon ik mijn ‘nee’ helemaal omarmen en ontspannen in een tevreden ‘het is goed en genoeg zo, het is SZL intensive skylineklaar.’ Het is niet erg om hulp te vragen, je hoeft niet stoer te zijn en alles alleen te kunnen. Je mag zacht zijn.

Wat bijzonder om nu op deze manier, zo diep en oprecht naar mijn lichaam te luisteren, naar mijn ‘ja’, mijn ‘nee’ en naar de overtuigingen en patronen die het zicht vertroebelen. Aanwezig zijn, zonder verhaal en in alle eerlijkheid zien wat zich ontvouwt. Net als bij opstellingen, maar dan toch net weer een beetje anders…

Dankbaar voor het vuur en zijn roep, de aanwezigheid van Henk, de spirit van vuurvrouw Patricia, de woorden van Steph, de mogelijkheid die mijn tentgenoot Karine en Liza en Frank me boden om dit te ervaren en voor iedereen in de groep die deel uitmaakte van de ervaring.

Aho

Stefanie Bussing

W. http://www.beallyoucanbe.nl – M. stefanie@beallyoucanbe.nl – T. 06 48 10 27 16

Stefanie Bussing is de vrouw achter Counselingpraktijk ‘Be all you can Be’. Zij begeleidt mens en organisatie in vragen rondom vrouw zijn, vitaliteit en gezondheid en in vragen rondom leven met ziekte (specifiek kanker).
Haar uitgangspunt is een vitaal leven, waarin je je volledige potentieel benut en leeft. In haar begeleiding is bewustwording een sleutel. Zij helpt mensen bij het vinden van een nieuw perspectief in situaties waarin zij zich uit het lood geslagen voelen. De ervaring leer
t dat dit helpt bij het hervinden van  de innerlijke kracht en balans en dat daardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan.
In haar werk maakt zij onder meer gebruik van het systemisch werk van Bert Hellinger (opstellingen), Opstellingen in het lichaam (systemisch zielswerk in het lichaam), Transactionele Analyse, The Reconnection® & Reconnective Healing®, teachings van o.a. Eckhart Tolle en Adyashanti en bovenal uit het leven zelf.

Partner Platform Familieopstellingen.nl 

Aangesloten bij Bewust Haarlem 

Back To Top